15 minutes of Feem

Een plakkerige dag in Benin in november. Net hersteld van een palu, wordt zoals tijdens een seminarie afgesproken werd, een filmpje ingeblikt door elke vrijwilliger. Doel is het resultaat op de blog van SVCD (de dienst voor de vrijwilligers van CTB) te zetten om alzo het grote publiek te informeren over ‘het dagelijkse leven van een vrijwilliger in Benin’. Er mag al eens gelachen worden, dus werd het door mezelf niet al té serieus genomen. En laten we eerlijk zijn, meer dan twee man en een paardenkop zal dit kleinood toch niet te zien krijgen.

Een eveneens plakkerige dag in Benin in januari. Net terug van een winterstage in de heimat, wordt zoals voor de vakantie afgesproken werd, een missie vergezeld die bestaat uit de winnares van de BTC-opendeurdag, de communicatie-verantwoordelijke van CTB en een journalist van Metro. Er worden enkele sites van rijst- en groentetelers bezocht, nadat de karavaan eerder al halt gehouden heeft bij de andere BTC-projecten en het Voodoo-feest in Abomey. Doel van de missie is onder andere om de journalist enkele artikels te laten neerpennen en alzo het grote publiek te informeren de nieuwe stijl van ontwikkelingssamenwerking. Om de journalist in kwestie een beeld te geven van het aangeworven vrijwillige werkvolk van BTC, vult elke vrijwilliger een fiche in met zijn activiteiten, standplaats etc…Er mag al eens gelachen worden, dus werd er tijdens de missie langs de neus weg wel eens reclame gemaakt voor Mechelen en werd ter tijd en stond (het moet toeval zijn, maar dat onderwerp komt steeds ter sprake) vermeld dat de laatste Belgische voetbalploeg die met een Europese Beker ging lopen uit bovenvermelde metropool afkomstig is.

Een plakkerige dag in Benin in maart. Afgaand op een berichtje van een kersvers petekind (hij is nu eenmaal hoogbegaafd) sta ik in de pendelgazet. Enkele dagen later worden we door BTC geïnformeerd met een gescand exemplaar in de bijlage. Nu moet ik toch even rechtzetten dat ik hier nooit rond micro-financiering heb gewerkt, noch lokale radio’s heb gesensibiliseerd of deftig zaaigoed heb gevonden. Maar soit, het goede nieuws is dat Mechelen tot tweemaal toe vermeld werd.

Nog steeds in Benin in maart, nog steeds plakkend. Temeer aangezien de stress begint te stijgen met het bezoek van een Belgische Delegatie onder leiding van de Minister van Ontwikkelingssamenwerking (Charles Michel), die tijdens zijn tweedaagse een dik uur uittrekt om kennis te maken met VDOS, het vrijwilligersprogramma. En jawel, de collega-vrijwilligers vonden er niets beter op dan mijn filmpje te laten zien aan de minister, ambassadeur en andere excellenties. Gelukkig konden ze er mee lachen en was het een ideale ijsbreker om daarna over iets serieuzere onderwerpen te discussiëren. En het moet gezegd, de man lijkt te weten waarover hij het heeft…

Een verslagje van het ministriele bezoek, alsook de videos van de vrijwilligers zijn nog steeds te vinden op www.blogcooperation.be

Landingsbonen en Kerosinetomaten

Waar houdt een vrijwilliger zich zoal mee bezig? In de weekends wordt er vrijwillig aan websites gewerkt: check www.esop-caritas.org, de site van de organisatie waarvoor ik naar Senegal trok (niet teveel letten op de tekst, ik wacht nog op input van hun kant). Ah Senegal, dat was nog de tijd van het echte vrijwilligerswerk en veldwerk, hetgeen niet altijd het geval is bij BTC. Maar laten we daarover niet uitwijden, aan cynisme en nostalgie -de favoriete hobby's van expats op leeftijd- wordt hier immers al genoeg gedaan.

Afgelopen week werd er een uitstapje georganiseerd door ons project voor de groententelers. Doel van de schoolreis was om met andere producenten uit te wisselen over innoverende productietechnieken, met als centraal thema het rationaliseren van bestrijdingsproducten (insecticiden en herbiciden en zo).

In de hoofdstad werd de site van Houéyiho bezocht, een erg belangrijke productie-locatie. Een wetenschapper van IITA gaf ons uitleg hoe ze vooruitgang hadden geboekt in het verminderen van het gebruik van pesticiden. Zeer interessant, al stelde ik me wel de vraag of het nu echt de meest geschikte plaats voor groententeelt was. Op onderstaande foto merkt u immers dat er toch enkele elementen aanwezig zijn die je niet direct op een groentenveld zou verwachten. Goed kijken, want het valt niet echt op. Neem gerust uw tijd...



Inderdaad, zoals de titel deed vermoeden bevonden we ons net voor een landingsbaan van het nationale vliegveld. 'Dit is één van de enige plekken is waarop er zeker niet gebouwd mag worden mijnheer', zo verzekerde een plaatselijke producent. Diezelfde man stelde me gerust dat er uit testen was gebleken dat de landende vliegtuigen geen invloed hadden op de kwaliteit van de productie. Wat kan je daar dan op zeggen? Aannemen, doorgaan en als communicatieverantwoordelijke van het project mooie foto's nemen en een artikeltje schrijven voor de interne nieuwsbrief. In elk geval, qua toegang tot de exportmarkt is het de ideale plek. Dit bleek ook te gelden voor de tweede stek die we bezochten: het veld van de biologische boer. Dat bevond zich immers naast de nationale verkeersader Cotonou-Porto Novo. Bio, dat proef je! Dju, ik had me nochtans voorgenomen niet aan cynisme te doen...