Het dagelijkse leven in Natitingou

We zijn nu toch al twee weken ver in Natitingou, dus wordt het stilaan tijd voor een klein beschrijf (jaja ik heb hier al een huisje) van het dagelijkse leven. Terwijl ik de eerste week bij twee Franse vrijwilligers verbleef en ’s morgens om 8u in de koude de zemidjan (taxi-brommer) naar het werk nam, ben ik intussen volledig geïnstalleerd.

Geïnstalleerd, dat wil zeggen: een aangenaam huis met 4 kamers (dus bezoek meer dan welkom), badkamer, keuken en ruim salon. Ik heb zelfs een terrasje om ’s avonds op te chillen. En om het helemaal idyllisch te maken, als ik ’s morgens een mango bij het ontbijt wil, pluk ik die toch gewoon even van de mango-boom in mijnen hof. Het enige wat nog op het verlanglijstje staat is een frigo, kwestie van bepaalde gisten en schimmels (Penicillium Camemberti) af te remmen en andere (Gistium Alcoholici) koel te houden.

De ligging van het huisje heeft zo zijn voor- en nadelen. Het ligt tegen een heuvelzijde met wat bos in de buurt en vlakbij het werk. Er zijn enkele mooie weggetjes om te joggen, inclusief een beklimming van de heuvel tot aan een bedevaartskruis. Ik heb hier al een poging gewaagd, maar de hitte (want de koele harmattan is inmiddels verdwenen) en het afgelopen jaar van niets doen zorgden ervoor dat ik na amper 6 kilometer al pompaf was. Dat belooft voor als ik eens verdwaal in den bos en een onverwachte 13 kilometer voor de boeg heb…Een nadeel van de hoge ligging is dan weer de kans op watergebrek in de droge periode. Gelukkig is er een put naast het huis om mijn emmerke te vullen.

En dan het grootste nadeel: de weg ernaar toe. Er zijn twee wegen, maar ik ben er nog niet uit welke nu de slechtste is. Want zijn er nog gradaties mogelijk op dit niveau van waardeloosheid? De putten zijn zo diep dat je ze nog niet gevuld krijgt moest je Jos Van Oosterwijck en Geert Lambert er gezamenlijk insmijten en de bodem is van lateriet (inderdaad zoals in ‘Bobejaanland laat de riet gratis binnen’), hetgeen ze volgens mij schromelijk over het hoofd hebben gezien toen ze beweerden dat diamant de grootste hardheid heeft. Ik laat de moto dus vaak op het werk staan en doe het laatste stukje te voet.

Want jaja, geïnstalleerd wil ook zeggen: mijn eigen moto, meerbepaald een ‘baanmachien’ van 125cc. Omdat ik gewend was met een ‘crossmachien’ te rijden was het wel even aanpassen. De vering is immers onbestaande (en dit in combinatie met de lateriet!) en de vitessen werken omgekeerd. Terwijl je bij een crossmachien naar boven moet klikken om hoger te schakelen, is het nu net andersom.

Voor de rest is het hier een aangename stad, met één grote geasfalteerde weg en verschillende zijweggetjes (een beetje zoals Voortkapelle dus). Je kan hier lekker eten tegen prijzen die zelfs de lunch garden moeiteloos zou wegconcurreren. En verleden weekend heb ik me aan een (lees: de enige) discotheek gewaagd. Nu was de muziek (zouk, lokale en Amerikaanse, coupé décallé…) niet om over naar huis te schrijven (hoewel ik daar wel mee bezig ben), maar met wat alcohol blijft een bezoek aan de dansvloer onvermijdbaar. Helaas geldt ook hier hetzelfde voor de katers…

Aucun commentaire: